18 maart 2022 – De organisatie van de Bloedprocessie voelt er niets voor om de Boxtelse bloeddoek die zich in het Belgische Hoogstaten bevindt terug te halen. Een voorstel hiertoe van schrijndrager Peter van Zoest is naar de prullenbak verwezen. Vorig jaar mei vroeg hij via verschillende media aandacht voor vraagtekens rond de bloeddoek in Boxtel. Op basis van recente bevindingen zijn er volgens hem sterke aanwijzingen dat deze doek niet bij het Boxtels bloedwonder in de veertiende eeuw betrokken was, maar slechts diende als ‘verpakkingsmateriaal’ voor de eigenlijke bloeddoek, die in Hoogstraten is (foto (Ruud van Casteren): voorafgaand aan de processie in 2014 toont pastoor Bart Rombouts van Hoogstraten de bloeddoek die daar wordt bewaard). Zijn oproep vorig jaar om een grondig onderzoek in te stellen, werd door de Boxtelse Heilig Bloedstichting, verantwoordelijk voor de Bloedprocessie, terzijde geschoven. In een persbericht liet de stichting op 17 mei 2021 onder meer weten dat “een onderzoek naar het echtheidsgehalte van de Boxtelse bloeddoek”, niet bijdraagt “aan het bevorderen van de traditie van het bloedwonder”. Van Zoest nam vervolgens contact op met de tegenhanger van de Heilig Bloedstichting in Hoogstraten, het Heilig Bloedcomité. Aanvankelijk leek er van die kant bereidheid tot nader onderzoek te bestaan, maar uiteindelijk leverde het overleg niets op. Ter sprake kwam ook de vraag waarom de bloeddoek in Hoogstraten eigenlijk niet aan Boxtel terug werd gegeven. Deze is daar in de zeventiende eeuw ondergebracht uit angst voor anti-katholieke acties tijdens de protestantse overheersing. Daar is geen sprake meer van, dus “lijkt het niet meer dan voor de hand liggend om de doek te laten terugkeren naar Boxtel, waar deze vandaan komt en thuishoort”, mailde Van Zoest 6 maart jongstleden aan het bestuur van de Heilig Bloedstichting. Hij stelde voor om dit in 2024 te laten gebeuren. Dan wordt immers herdacht dat honderd jaar eerder één van de twee ‘bloeddoeken’ van het wonder (zoals men destijds veronderstelde) van Hoogstaten naar Boxtel werd overgebracht. Dat kan een goede gelegenheid zijn “om Boxtel terug te geven waar het recht op heeft”, aldus Van Zoest. Een en ander kan volgens hem in het reguliere overleg met Hoogstraten aan de orde worden gesteld. “Na teruggave zou de doek in de week na Drievuldigheidszondag, als de Boxtelse processie plaatsvindt, in Hoogstraten ter verering uitgesteld en aansluitend ’s zondags in de processie rondgedragen kunnen worden om vervolgens weer naar Boxtel terug te keren. Zo blijft de Bloedtraditie in Hoogstraten behouden.” Op 16 maart vernam Van Zoest van de Heilig Bloedstichting dat dit voorstel niet werd overgenomen, met verwijzing naar het persbericht van 2021. Terugkeer van de bloeddoek naar Boxtel is met andere woorden onbespreekbaar. Van Zoest hoopt nu dat de stichting als gevolg van voortschrijdend inzicht nog van gedachten verandert. Dat was in 2016 ook het geval, nadat hij een jaar eerder namens de groep schrijndragers van de Bloedprocessie tevergeefs had opgeroepen de doek in Boxtel te laten onderzoeken met het oog op een betere conservering. Uiteindelijk drong het tot de organisatie van de processie toch door dat dit moest gebeuren en konden deskundigen aan de slag met restaureren en verbeteren van de opslag van de doek.
Update 29 april 2022: Het onderdeel ‘Boxtel, Heilig Bloed‘ op de site ‘Bedevaart en Bedevaartplaatsen in Nederland‘ van het gerenommeerde Meertens Instituut dat zich bezighoudt met de bestudering en documentatie van Nederlandse taal en cultuur, blijkt te zijn aangevuld met een verwijzing naar de recente bevindingen en de geschiedschrijving werd fundamenteel bijgesteld. Dit is van groot belang. Er staat onder meer (zie hiernaast): “Op basis van een nieuwe interpretatie in 2022 van de bronnen, lijkt het volgende te zijn gebeurd: om de Boxtelse bloeddoek in veiligheid te brengen is deze over de grens naar Hoogstraten gebracht. Het doek waarin de bloeddoek voor transport was gewikkeld is vermoedelijk daarna in Boxtel als een tweede bloeddoek beschouwd en is vervolgens in de cultus opgenomen. … In 1952 stelde Adriaan de Koning, een Witte Pater uit Boxtel, bij een bezoek aan Hoogstraten al vast dat de aan Boxtel teruggegeven ruw geweven doek niet het corporale kan zijn, maar mogelijk de stof waarin het corporale gewikkeld en bewaard is geweest. Dit doek toont dan ook geen vlekken. Het zou betekenen dat de damasten ‘altaardwaal’ in Hoogstraten, bevattende bloedvlekken, het eigenlijke corporale is. De kwestie van authenticiteit van de Boxtelse doek werd in 2021 door de reliekschrijndragers van de processie in de media weer opgerakeld. De discussie focuste zich op de vraag of de bloeddoek van Boxtel wel de echte doek (het corporale) is, of de ‘brandeum’ (de linnen verpakkingsdoek voor relieken) waarin het corporale was gewikkeld toen het in 1652 naar Hoogstraten werd gebracht. Dit laatste lijkt inderdaad het geval te zijn geweest. In de latere historiografie rond het mirakel is het bestaan van twee bloeddoeken simpelweg, zonder verder onderzoek, als feit overgenomen. Zodoende wordt daarin de cultus als zijnde van het begin af aan verbonden met twee bloeddoeken, in plaats van één.” De doek in Boxtel wordt door het Meertensinstituut veelbetekenend aangeduid als “vermeende corporale”.
Update 11 april 2022: Op de website van het ‘Brabants Historisch Informatie Centrum’ is bovenstaand bericht verschenen in de collectie ‘verhalen‘.